Zeventiende Zondag door het Jaar – A
30 juli 2023Negentiende Zondag door het Jaar – A
13 augustus 2023Zeventiende Zondag door het Jaar – A
30 juli 2023Negentiende Zondag door het Jaar – A
13 augustus 2023PREEK VAN PASTOOR/PLEBAAN R.WAGENAAR
GEHOUDEN OP ZONDAG 6 AUGUSTUS 2023
IN DE ST. JOZEFKATHEDRAAL TE GRONINGEN.
Je kunt in je leven ervaringen hebben, die zo diep gaan, dat ze je hele leven een wending geven, of zelfs totaal veranderen. Ineens kan er een vonk overslaan en weten twee mensen, dat ze voor elkaar bestemd zijn. Met deze man, of deze vrouw wil ik mijn hele leven verder.
Zulke ervaringen komen ook voor in ons leven met God.
De grote wiskundige uit de 17e eeuw, Blaise Pascal, was een nog groter gelovige. Na zijn dood vond men een briefje, dat hij in een jasje had genaaid en waarop stond: 6 november 1654, tussen elf uur ’s avonds en één uur ’s nachts: licht, vuur, de God van Abraham, Isaäk en Jakob, niet de god der filosofen.
Deze woorden vormden kennelijk de neerslag van een intense religieuze ervaring. Hij had in die nachtelijke uren God heel nabij gevoeld. Het was eigenlijk dezelfde ervaring, die de profeet Daniël op zijn wijze in de Eerste Lezing beschrijft.
Floris Bakels beschrijft in zijn boek “Nacht und Nebel” zo’n lichtervaring midden in de verschrikkingen van het concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog, één van de ergste.
Een oud gouverneur van Nederlands Indië, die in de Tweede Wereldoorlog in het jappenkamp had gezeten, prof. Jan van Baal, vertelde eens op tv, dat hij aan de Birmaspoorweg had moeten meewerken – zwaar werk in de brandende zon en weinig eten en rust. Hij vreesde eraan onderdoor te gaan. Maar op een dag, terwijl hij aan het werk was, zag hij zich opeens omgeven door een verblindend licht en hij wist met absolute zekerheid, dat God bij hem was. Die ervaring had hem door die verschrikkelijke jaren heen geholpen.
Het verhaal van de gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor hebben we al honderden keren gehoord, want het wordt altijd op de 2e Zondag van de Veertigdagentijd gelezen, als een vooruitblik op Pasen.
De apostelen hebben, zoals wij dat nu zouden zeggen, een topervaring met Jezus op een berg, hoog boven het gewone leven.
Niet voor niets zijn het in de Heilige Schrift juist bergen, waarop een mens God ontmoet, reden ook, waarom later benedictijner abdijen bij voorkeur op een berg worden gebouwd en we kennen de kloosters op het Athosgebergte in Griekenland.
Bergen als plaatsen van godsontmoetingen. Mozes sprak met God op de Sinaï en kreeg er de Tien Geboden. De profeet Elia hoorde God op de Horeb in het suizen van een zachte wind voorbij gaan.
Want waar kun je God, de zin van ons bestaan, beter ontmoeten, dan in de stilte en de rust van de natuur? Ver van het dagelijks gewoel en hoog boven alles verheven.
Rust, stilte en afzondering maken een mens ontvankelijk voor Gods aanwezigheid.
Zo doen wij dat op een stil moment, bijvoorbeeld voor het slapen gaan, of als we een kapel of kerk inlopen, om daar in stilte te zitten. Er zijn heel wat vakantiegangers, die hier, of elders in Europa, kerken opzoeken en niet zelden méér dan ze thuis gewend zijn. Toch een diepe hunkering?
Petrus is verrukt en wil het graag zo houden. Zo menselijk, laten wij hier drie tenten bouwen. Maar Jezus gaat er niet op in. Wat je op de berg ziet, moet je waarmaken op de begane grond. Wat hadden de apostelen gezien en gehoord? Jezus, hun Meester, te midden van Mozes en Elia, die staan voor de Wet en de Profeten en door God de Vader zijn eigen Zoon genoemd, naar wie zij moesten luisteren en die zij moesten volgen, achterna gaan, desnoods tot in de Hof van de Olijven.
Maar diezelfde drie vielen toen in slaap, ondanks deze top- ervaring.
Wij mensen zijn nu eenmaal zwak. Petrus heeft zijn zwakheid tenslotte overwonnen, niet door op zichzelf te vertrouwen, maar door zichzelf toe te vertrouwen aan Christus in daadwerkelijke liefde. “Heer, U weet, dat ik U bemin”.
Dat is de weg, die ook wij moeten gaan, met vallen en opstaan. Jezus heeft geduld met Petrus, ook met ieder van ons.
Ik denk, dat we allemaal wel eens een keer in ons leven de Heer gezien hebben, zijn nabijheid hebben ervaren, zijn troostende en sterkende hand hebben gevoeld. Is dat niet, wat ons hier samenbrengt?
Om zijn aanwezigheid in woord en sacrament te ervaren. Dan staan we even op de berg en vragen God de kracht, om met Jezus weer te kunnen afdalen.
Om in het gewone leven waar te maken, wat wij hier vieren.
Amen.