Derde zondag door het jaar – A
22 januari 2023
Zevende zondag door het jaar – A
20 februari 2023
Derde zondag door het jaar – A
22 januari 2023
Zevende zondag door het jaar – A
20 februari 2023
 

PREEK VAN PASTOOR/PLEBAAN R. WAGENAAR, GEHOUDEN OP ZONDAG 5 FEBRUARI 2023 IN DE ST. JOZEFKATHEDRAAL TE GRONINGEN.

Vijfde Zondag door het jaar – A.

“Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken, die in de hemel is”. Zo eindigde het Evangelie van deze Zondag. “Uw goede werken” – ja, u hoorde en las het goed. De goede werken zijn nog altijd een zeker twistpunt tussen katholieken en protestanten. Al heeft het meer van een misverstand.

Luther zette zich 500 jaar geleden af o.a. tegen de goede werken, die door de priesters werden aanbevolen, om zo zeker te zijn van een plaats in de hemel. Daarbij ging het om geld in de kerkkas te storten, de zogenaamde aflatenhandel voor de bouw van de nieuwe St. Pieter in Rome. Alsof je zo je zieleheil kon kopen. Terecht verzette Luther zich daartegen.

Het is Christus, die rechtvaardiging heeft gebracht. Alleen dankzij Hem is de hemel voor ons bereikbaar geworden. Dat kun je niet zomaar zelf kopen.

Hoe zit dat dan met aflaten, want ze zijn er nog steeds. Een vergelijking kan verduidelijken. Stel, jongens spelen met een voetbal op straat. Per ongeluk schopt één van hen de bal door het raam van een huis. Hij belt aan, biedt zijn excuses aan. Het was geen opzet. De bewoner zegt: “Goed, ik vergeef je”. Maar dat raam moet nog wel gemaakt worden. Zo werkt een aflaat. Je hebt gezondigd, ernstig of minder ernstig. Dat is een verbreking van de gemeenschap met God, of minstens een beschadiging, die voortvloeit uit de zonde. Daartoe worden dan werken van barmhartigheid en liefde aanbevolen, want de zonden worden vergeven in de Biecht, maar de gevolgen moeten volkomen gezuiverd zijn. We kennen dus nog steeds aflaten in de Kerk, maar die zijn al heel lang gezuiverd van de foute praktijken in de tijd van Luther en geestelijke werken geworden.

Dat is het goede in de Kerk, dat de dingen, die mis zijn, of een verkeerde wending hebben genomen, niet afgeschaft zijn, maar gezuiverd. Dat is door de geschiedenis van de Kerk steeds weer gebeurd, zoals het Tweede Vaticaans Concilie zegt in de vorige eeuw, dat de Kerk “semper reformanda et purificanda” moet zijn, dus dat zich steeds moet hervormen en uitzuiveren.

Wat dat betreft zeg ik wel eens tegen dominees, dat de Reformatie het kind met het badwater heeft weggegooid en dat wordt wel toegegeven. Niet afschaffen, maar herstellen, hervormen wat verkeerd was.

De goede werken, waarover het Evangelie vandaag spreekt, zijn de werken, die men ter ere Gods, uit liefde tot God doet. En dat is wat anders. Want evenals de liefde om daden vraagt, is dat in het geloof het geval. Niet ieder, die zegt: Heer, Heer, zal het Rijk der hemelen binnengaan, maar juist vanuit de liefde, zegt St Augustinus, wil je daden stellen, offers brengen, om de echtheid van je liefde te tonen, te bewijzen. En het valt me hier in Groningen juist op, hoe protestanten – misschien nog meer dan wij, katholieken – actief zijn als vrijwilligers in de zorg voor vluchtelingen, noodlijdenden, in de voedselbank en voor mensen van de straat. Ik denk aan de Open Hof.

Wij kennen natuurlijk wel tal van kloosterordes en congregaties, die gesticht zijn om mensen in allerlei soorten van noden bij te staan en te verzorgen vanuit een diepe verbondenheid met Onze Lieve Heer en vaak ook met de moeder Gods, Maria.

We hoorden in de Eerste Lezing uit Jesaja: brood met de hongerigen delen, naakten kleden, dakloze zwervers opnemen en u niet afkeren van uw medemens.

De boodschap van de Zaligsprekingen vorige Zondag wordt hier verder uitgewerkt. Het gaat om het missionaire ideaal van christenen, zoals Christus zelf mensen geholpen en genezen heeft naar lichaam en ziel. De onderdrukking verwijderen, het hart voor de hongerigen openen, de mistroostige verzadigen.

Zo heeft het christelijk geloof door de eeuwen heen een verzachtende invloed in onze harde wereld gehad. Zou de huidige verharding in de samenleving niet een gevolg zijn van het verdwijnen van God uit het leven van zovelen en daarmee ook het zondebesef. Iedereen houdt er maar zijn eigen moraal op na en doet wat hem zint. Daar worden mensen niet gelukkiger van, daar wordt onze samenleving niet beter van. Zoveel verwarde mensen, die geen richting meer in hun leven hebben. Zovelen met psychische klachten in allerlei soort. Hoe kunnen wij daar iets goeds tegenover stellen? Dan is de vraag vooral: hoe staat het met onze persoonlijke godsverbondenheid? Goed, we gaan naar de Kerk op Zondag, maar hoe is het met ons persoonlijke gebedsleven door de week heen? Want hoe meer wij ons Christus bewust zijn, te meer zullen wij oog en oor voor mensen om ons heen hebben.

Zo was het voor moeder Theresa en haar zusters: eerst ’s morgens vroeg Eucharistische aanbidding en Eucharistieviering. Dat gaf hun de innerlijke kracht om de straten van Calcutta in te gaan. Zo is het altijd geweest in de Kerk: met Christus in ons hart, aan onze zijde, kunnen we zoveel bereiken.

Soms wens ik ons wel eens vervolgingen toe en dat is misschien niet eens zover weg meer in een steeds vijandiger maatschappij onder leiding van één politieke partij in het bijzonder.

Waarom? Omdat je hoort en leest, hoe sterk en vitaal christenen elders in de wereld zijn, bijvoorbeeld in Vietnam, China.

Hoe dan ook, zorg, dat het zout in ons niet zijn kracht verliest. Dat wij door ons christen zijn goed kunnen doen, een licht kunnen zijn – niet vanuit onszelf, maar vanuit Christus, het Licht der volkeren.

Amen

 
Vijfde zondag door het jaar – A
Deze site gebruikt enkel cookies voor de basis­func­tio­naliteit. Er wordt geen gebruik gemaakt van site-analyse of cookies van derden.