Vierde zondag van de veertigdagentijd – A
20 maart 2023
Sacramentsdag
11 juni 2023
Vierde zondag van de veertigdagentijd – A
20 maart 2023
Sacramentsdag
11 juni 2023
 

PREEK VAN PASTOOR/PLEBAAN R. WAGENAAR, GEHOUDEN OP ZONDAG 26 MAART 2023 IN DE ST. JOZEFKATHEDRAAL TE GRONINGEN.

Vijfde Zondag van de Veertigdagentijd – A

Broeders en zusters,

Er is een schilderij van Rembrandt, voorstellende ‘De opwekking van Lazarus’. Christus staat daar centraal, met zijn rechterarm omhoog geheven. Van Lazarus zien we alleen zijn hoofd en een deel van zijn bovenlichaam, terwijl hij uit het graf in de grond omhoog komt. Er wordt ook van dit graf in dit verhaal gezegd: met een steen er bovenop. Jezus is geëmotioneerd, hij zuchtte diep, zo hoorden we. Hem overviel een huivering. Je mag zeggen: de evangelist Johannes tekent Jezus in zijn volle mankracht: Hij worstelt met de dood en overwint die.

Wellicht zijn er ook mensen die denken: “ja alles goed en wel, maar wat is die Lazarus ermee opgeschoten? Natuurlijk, hij heeft er een paar jaar bijgekregen, maar daarna ging hij evenzo goed dood; het was alleen maar uitstel van executie.” Dat kun je inderdaad zeggen en dan zijn we uitgepraat.

Maar misschien gaat het in dit verhaal niet zozeer om de opwekking van Lazarus, maar om iets anders. Want over Lazarus horen we niet veel, wel des te meer over Martha en Maria, zijn zusters. Ze waren diep bedroefd over het verlies van hun broer. Het lijkt dat ze alle drie ongehuwd waren en bij elkaar woonden. Lazarus is na een kort ziekbed gestorven. De diepbedroefde zussen hadden bovendien een vriend, die zieken kon genezen. Ze hadden Jezus direct bericht gestuurd en gewacht…en gewacht, maar Hij was niet gekomen. Dat was een bittere teleurstelling. Maar dan, Lazarus is al vier dagen begraven, horen ze dat Hij toch naar hen onderweg is .Martha rent Hem tegemoet, pakt Hem stevig beet en roept: ‘Heer, mijn broer is dood, U had het kunnen voorkomen”. Jezus zegt tot haar: “Uw broer zal verrijzen”. Ja, dat weet Martha, want ze gelooft in de verrijzenis op de jongste dag. Maar ze wil haar broer Lazarus nú graag terug. Jezus heeft het echter niet over de verrijzenis op de jongste dag. Hij bedoelt iets anders: “Ik ben de verrijzenis en het leven”, legt Hij uit. Wie in Mij gelooft ,mag dan een lichamelijke dood sterven, maar hij blijft toch leven. En: “Wie leeft en gelooft in Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Geloof je dat Martha?” En dan gebeurt er iets in de zuster van Lazarus, ze ziet plotseling iets. Ze gelooft in Jezus en ze begrijpt dan ook wat Jezus bedoelt.

Inderdaad, het echte leven bestaat erin dat je je gedragen mag weten door Gods liefde, die ons ín Jezus zichtbaar is geworden. Het verhaal van vandaag wordt de opwekking van Lazarus genoemd, maar je zou ook kunnen spreken van de opwekking van Martha. Wat haar gebeurt is belangrijker dan wat Lazarus daarna overkomt. Zijn opwekking beeldt uit dat Jezus Martha wil leren dat Hij ons leven en onze verrijzenis is. Daarom gaat hij naar het graf. Hij komt op voor zijn vriend Lazarus; wenend, huiverend strijdt Hij als het ware met de dood, en overwint die. Maar er is meer. Omdat Jezus Lazarus tot leven had gewekt, veroordeelden zijn vijanden Hem ter dood. Wanneer Johannes dat zo stelt wil hij zeggen dat wij mogen leven, omdat Jezus uit liefde voor ons Zijn leven heeft gegeven. Dat leren wij uit het evangelie van vandaag.

Dat er leven is na de dood, dat wist Martha al. Nee, het gaat vandaag niet om leven nà de dood, maar om leven vóór de dood. Want in de Schrift heeft ‘dood’ een brede betekenis. Dat blijkt uit de eerste lezing. De profeet Ezechiël richt zich tot de Joden die in Babylonische ballingschap leefden. Ik zeg lééfden, maar voor hun gevoel waren ze dood, lam geslagen, tot niets meer in staat; als in graven. De profeet verkondigt dat ze weer moed zullen krijgen, weer bezield zullen raken, omdat ze terug mogen keren naar hun land. “Jullie zullen weer uit je graf opstaan”, zegt hij. Ook Jezus gebruikt het woord ‘dood’ in die laatste betekenis. “Je broer die dood was, is weer levend geworden”, zegt de vader in de parabel van de verloren zoon.

Het verhaal van Martha is ook ons verhaal. Ook wij mogen ons afvragen of wij geloven in zo’n verrijzenis en weer tot leven kunnen komen, opnieuw kunnen beginnen wanneer een levenssituatie hopeloos lijkt. Als er bijvoorbeeld diepe onmin is in de familie of gezin; wanneer we ons uitgerangeerd of mislukt voelen, of als we ons schuldig voelen over bepaalde daden; of als het leven zijn zin lijkt te hebben verloren. Geloven we dat onze kinderen en kleinkinderen de fakkel van het geloof zullen overnemen en doorgeven. Geloven wij dat er in de wereld toch nog het nodige ten goede kan keren, ondanks alle oorlogen en armoede. Kunnen wij gaan inzien dat het leven het kostbaarste is dat ons gegeven is en dat we de dood niet moeten willen, ook niet uit ogenschijnlijke nobele motieven, van niet meer tot last willen zijn.
Dat is in feite een verharding, de zelfbepalende mens die de Heer van het leven niet meer kent. Barmhartigheid is iets anders, er omheen gaan staan, zorgen…, in eerbied voor het mysterie van de dood, vanuit ons geloof.

Het verhaal van vandaag wekt ons op om zoals Martha te geloven, dat wanneer wij ons laten bezielen door de geest van Jezus, het leven het kan winnen van de dood, in welke vorm ook. Als we dat werkelijk beamen, komen in ons krachten vrij die ons de moed en de energie geven om zelf weer tot leven te komen en anderen tot leven te brengen.

Zo mogen wij naar Pasen opgaan. Amen

 
Vijfde zondag van de veertigdagentijd – A
Deze site gebruikt enkel cookies voor de basis­func­tio­naliteit. Er wordt geen gebruik gemaakt van site-analyse of cookies van derden.