Sacramentsdag
11 juni 2023Twaalfde Zondag door het Jaar – A
25 juni 2023Sacramentsdag
11 juni 2023Twaalfde Zondag door het Jaar – A
25 juni 2023PREEK VAN PASTOOR/PLEBAAN R. WAGENAAR, GEHOUDEN OP ZONDAG 18 JUNI 2023 IN DE ST. JOZEFKATHEDRAAL TE GRONINGEN.
“Bij het zien van de menigte werd Jezus door medelijden bewogen”, zo begon het Evangelie. Afgelopen vrijdag vierden we het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus.
We kennen de beelden van Jezus, wijzend op zijn hart – symbool van de liefde- goddelijke en menselijke liefde, in Hem verenigd. Een tamelijk late verering en viering als zodanig, maar eigenlijk is de hele Openbaring in het Oude – en Nieuwe Testament doortrokken van Gods liefde – als een rode draad. En het hart staat symbool daarvoor.
Het unieke immers van ons christelijk geloof is, dat het niet een beweging van de mens naar een heilige macht boven ons is, maar een reiken van boven, van God naar ons. De schepping is het eerste bewijs De liefde blijft nooit in zichzelf besloten – zij wil naar buiten, verder reiken, leven doorgeven.
Zo is de volmaakte liefde binnen de Drieëne God naar buiten getreden in de schepping, met de schepping van de mens, man en vrouw, als bekroning.
Het gaat verder. In de brandende braamstruik, waarvoor Mozes neerknielt, zegt de stem: “Ik ben de Zijnde”. Ik heb het lijden van mijn uitverkoren volk in Egypte gezien en Ik wil het bevrijden.
God is bij ons betrokken in een volkomen liefde voor zijn schepselen. Onvoorwaardelijk. Hij maakt zich zelfs klein, arm, om door zijn armoede, het kruis, ons rijk te maken; door de dood, bevestigd met een lanssteek door zijn zijde, om het eeuwig leven voor ons te verwerven.
Is Gods liefde voor ons te overweldigend, dat wij die maar zo spaarzaam beantwoorden? Teveel eisend? Te groot? Het gaat om een totale gevende liefde, die niet zichzelve zoekt.
Ligt daar niet onze moeilijkheid, waar het “ ik” zich altijd weer opdringt en om voorrang zoekt?
Toch zijn er oneindig veel voorbeelden in de geschiedenis van de Kerk van vrouwen en mannen, die zich helemaal vrij hebben gemaakt voor Gods zaak, die Christus centraal hebben gesteld in hun leven en afstand deden van werelds gewin of genot. Die, naar de oproep van Jezus vandaag, Hem hebben verkondigd in woord en daad in de zorg voor noodlijdenden, zieken, armen, wezen, blinden, gehandicapten in het algemeen, of door onderwijs te geven aan kleinen, armen en ouderen – naast de mannen en vrouwen door de eeuwen heen in een contemplatief, beschouwend leven in armoede, los van wereldse genoegens. Daarnaast de velen, die hun leven hebben gegeven in de marteldood omwille van Christus, vanaf de vroege christentijd tot vandaag toe. Nog talrijker zijn zij die, onopvallend en breed onbekend, maar wel door anderen, mogelijk door u en mij, die alles verdragen hebben in een stil leven en lijden, omwille van Christus, vertrouwend op zijn belofte.
De liefde van Christus laat ons geen rust, zegt Paulus in 2 Korinthiërs 5: 14.
Dat was de lijfspreuk van Alfons Ariëns, die zich inzette voor de arbeiders in de textielindustrie in Twente, begin vorige eeuw.
Dát moge onze lijfspreuk zijn, in de navolging van Christus, om zijn liefde te beantwoorden.
Amen.