Vijfde zondag van de veertigdagentijd – A
27 maart 2023Elfde Zondag door het Jaar – A
18 juni 2023Vijfde zondag van de veertigdagentijd – A
27 maart 2023Elfde Zondag door het Jaar – A
18 juni 2023PREEK VAN PASTOOR/PLEBAAN R.WAGENAAR, GEHOUDEN OP ZONDAG 11 JUNI 2023 IN DE ST. JOZEFKATHEDRAAL TE GRONINGEN.
Sacramentsdag
Wij vieren het feest van het Lichaam en Bloed van Christus, Corpus Christi.
Zijn blijvende zelfgave in de tekenen van brood en wijn – daarin is Hij wezenlijk, werkelijk en waarachtig in de Viering EN erna.
Mysterie van het geloof. Dat vieren wij vandaag extra feestelijk met een processie tot slot door de Kerk.Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem. Hoe moeten we dit verstaan, letterlijk opvatten, of symbolisch?
We moeten de context bekijken en dan zien we, dat het wezenlijk anders is. Jezus’ uitingen over het brood van het leven zijn gebaseerd op de joodse hoop op de komst van een nieuwe Mozes en de terugkeer van het manna in de woestijn. Het manna in de woestijn was geen gewoon brood, maar wonderbaarlijk brood. Brood van de engelen, zegt de psalmist. Als dat vroegere manna brood uit de hemel was, zou dan het nieuwe manna alleen maar een symbool kunnen zijn?
De oudtestamentische voorafbeeldingen kunnen nooit indrukwekkender zijn, dan de vervulling ervan in het Nieuwe Testament. Dus moet het nieuwe manna van de Messias ook bovennatuurlijk brood uit de hemel zijn. Jezus zegt: “Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald”. Het is niet, zoals bij de vaderen, die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn. “Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven”, zegt Jezus in het zesde hoofdstuk van het Johannes Evangelie e.v.
Maar, hoe kan Jezus zijn leerlingen zijn vlees te eten geven? Toch geen kannibalisme? Zo vatten vele leerlingen het op en gingen weg. Deze taal stuit ons tegen de borst. Zo hadden de Israëlieten in de woestijn ook gemord over het manna. Een deel van Jezus’ volgelingen geloofden Hem niet. Wat moest dat geloof in Hem dan inhouden?
Geen enkel gewoon mens is in staat zijn lichaam en bloed aan anderen te geven, zonder hen tot menseneters te maken. Zo iemand, zegt C.S. Lewis, is een geestelijk gestoorde, of de Heer zelf. Precies daarom wijst Jezus op zichzelf als de Goddelijke Messias.
“Als gij dan de mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was” (Joh. 6: 62).
Alleen via het mysterie van zijn godheid en zijn goddelijke macht, kan Jezus zijn leerlingen zijn lichaam en bloed geven, in de vorm van echt voedsel en echte drank!
Er is meer: Jezus gaat verder en zegt: “Het is de Geest, die levend maakt, het vlees is van geen nut”. Dan zien we, dat Jezus het niet over het eten van het dode vlees van zijn lichaam heeft, maar over het levende vlees van zijn verrezen lichaam, dat door de kracht van de Geest levend gemaakt en ten hemel wordt gevoerd.
Dat is het wonderbaarlijke van het nieuwe manna, in de Eucharistie zal Jezus zijn gekruisigde en verrezen lichaam en bloed geven. Hij is niet meer aan tijd en ruimte gebonden. Hij zal in staat zijn, zich te laten zien, wanneer en onder welke gedaante Hij wil, zoals aan de Emmaüsgangers, Maria Magdalena, die Hem aanvankelijk niet herkenden, aan de leerlingen, hoewel de deuren gesloten waren. Niet het dode lichaam of vlees van Jezus komt ten goede aan de Eucharistie, maar het verrezen lichaam, vol van de Geest, die levend maakt.
De kracht van de verrijzenis en van de scheppende gave van de Heilige Geest, maken brood en wijn in zichzelf, wat ze voor Christus en door ons geloof geworden zijn.
Door de Heilige Geest, die de priester over brood en wijn afroept.
Eren wij dan, diep gebogen, dit zo Heilig Sacrament. Tantum ergo sacramentum veneremur cernui.
Amen.